Vulcano, het zwaveleiland

Vulcano

Vulcano is het meest zuidelijke van de zeven Eolische Eilanden en ligt het dichtst bij het Siciliaanse vasteland. De naam verwijst naar de Romeinse god Vulcanus, die volgens de mythologische verhalen hier op het eiland zijn smidse had waar hij ijzer smolt en op zijn aambeeld bewerkte. Die verhalen moesten een verklaring bieden voor de vulkaanuitbarstingen en de aardbevingen die ooit het eiland teisterden. Maar ook vandaag kan je op het eiland nog heel wat vulkanische activiteit waarnemen. Dat begint al wanneer je in de haven van Vulcano aan wal gaat. Meteen valt de indringende geur van zwavel op. Deze stijgt op van een kleine rotsheuvel aan de rand van de haven. Als je goed kijkt, zie je uit spleten in de rotswand rookwalmen ontsnappen. Zij veroorzaken de kwalijke geur van rotte eieren en vormen gelige zwavelkristallen op de rotsen.  

Ook de (voormalige) modderbaden waarvan we even verderop nog de sporen zien, zijn het resultaat van de vulkaan die ondergronds nog steeds borrelt en pruttelt. Vanop het strand dat zich uitstrekt voorbij de modderbaden zien we nog een ander bewijs van de vulkanische activiteit: in de zee, op zo’n 10-tal meter van het strand, borrelen warme luchtbellen vanuit de zeebodem naar de oppervlakte. Ze zorgen ervoor dat het water er aangenaam warm is. Het strand heet dan ook toepasselijk spiaggia delle acque calde (strand van het warme water)

De belangrijkste reden voor een bezoek aan Vulcano is natuurlijk de beklimming van de Gran Cratere. Met zijn ca. 400 meter is het de hoogste en meest indrukwekkende van de drie vulkaankraters op het eiland. Hij ligt er sinds de laatste uitbarsting in 1889 vredig bij, maar wie naar boven kijkt, zal merken dat er vanop de top van de vulkaan nog steeds rookpluimen opstijgen. En die willen we uiteraard eens van nabij gaan bekijken.

Na een korte wandeling langs de asfaltweg bereiken we het startpunt van de beklimming. Het verkeerslicht – het enige van het hele eiland – staat op groen, wat betekent dat we aan de beklimming mogen beginnen.

Tijdens het eerste gedeelte van de tocht wandelen we op een pad van zwart lavagruis dat zigzaggend naar boven leidt. Sommige stukken zijn behoorlijk steil. Af en toe even halt houden en genieten van het zicht op de zee en het eiland Lipari aan de overkant is dan ook een goed idee.

Het laatste stuk van de beklimming verloopt langs een rotspad waarin regenwater in de loop der eeuwen diepe voren heeft getrokken.   

Na een laatste inspanning bereiken we, na een klim van ongeveer 45 minuten, de rand van de indrukwekkende kratermond. Aan de oostzijde zien we rook opstijgen uit de grond. Het zijn zogenaamde fumarole, waaruit zwaveldampen ontsnappen. Ze zorgen niet alleen voor een indringende geur maar ook voor een prikkelend gevoel in de luchtwegen. Een sjaaltje voor de mond binden en uit de buurt blijven is de boodschap.

Daarom vervolgen we de klim naar het hoogste punt van de vulkaan langs de westzijde van de krater, buiten het bereik van de toxische dampen. We worden beloond met adembenemend mooie vergezichten op de zee en op de andere Eolische eilanden. Aan de horizon herkennen we zowel de Stromboli als de Etna, de twee andere beroemde vulkanen van Sicilië. Na even uitgerust te hebben op de top van de Gran Cratere keren we op onze passen terug. Helemaal rondom de krater stappen is immers geen optie door de giftige dampen die vanuit de fumarole blijven opstijgen.   

De terugtocht verloopt langs hetzelfde pad als de beklimming. Het is zaak om voor het donker terug de asfaltweg te bereiken die naar de haven leidt.

Omdat we nog wat tijd hebben vooraleer onze boot vertrekt, wandelen we nog even naar de Spiaggia Nera, het zwarte strand. Het zand bestaat er uit fijn lavagruis. Vanop het strand bewonderen we een schitterende zonsondergang waarbij we de zon zien wegzakken voorbij de eilandjes Alicudi en Filicudi aan de horizon. 

Op de terugweg naar de haven spotten we nog enkele bijzondere beelden, uitgehouwen in lavasteen. Ze dragen poëtische namen als ‘il sonno di Vulcano’ (de droom van Vulcanus) en ‘il riposo di Eolo’ (de rust van Aiolus). Ze houden de herinnering aan de oude mythologische verhalen nog steeds levendig op dit bijzondere eiland.

Op een terrasje bij de haven genieten we nog even na van ons bezoek aan Vulcano, wachtend op de veerboot die ons terug naar Lipari zal brengen.


Colophon - Segesta

Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!

Reacties